14. De kikkervijver

Monsieur Bouillot en Jean-Baptiste hadden tijdens het maken van ‘het gat van Bouillot’ boven, een lumineus plan bedacht: ze wilden in onze tuin een kikkerkwekerij beginnen. Ze waren allebei dol op kikkerbilletjes, maar er zijn niet veel kikkers meer in het wild, dus mogen ze niet meer gevangen worden en moet Kikkerje zien ze op eigen terrein te ‘kweken’. Bouillot zou met zijn graafmachine een vijver maken achter in onze tuin, omdat die zo lekker drassig was, en dan konden ze daar volgend jaar - en de jaren er na - fijn kikkers vangen. Lex droomde al jaren van een vijver, dus wij hadden geen enkel bezwaar en wachtten stilletjes af wat komen ging. ‘Als je wilt, krijg je zelfs een eiland’ beloofde Jean-Baptiste ons. We konden niet wachten en zagen ons in gedachten al in een hangmat tussen de palmbomen liggen op ons eigen eiland! Tijdens ons volgende verblijf in het voorjaar kwamen de heren Bouillot en Jean-Baptiste serieus kijken waar we de vijver wilden en hoe groot hij moest worden. ‘Zo ongeveer 6 bij 10 meter, dacht ik’ zei Bouillot. ‘Als het niet te drassig is, komen we deze zomer nog graven’. Lex gaf hem een ferme hand en ik zoende hem op beide wangen. We waren inmiddels dikke vrienden geworden, maar naar Frans gebruik zeiden we nog steeds ‘U’ tegen elkaar, hoewel we elkaar wel bij de voornaam noemden.

Toen in juni broer Hans, schoonzus Joke en Oma Iet een weekje bij ons in de Ardennen waren, kwamen Marc Bouillot en Jean-Baptiste al spoedig met de graafmachine op een vrachtwagen aan rijden. Hij werd voorlopig in de garage geparkeerd. Lex snoeide de hazelaar naast de garage, anders kon Marc er niet door met zijn machine. Die zaterdag was het grote kikkervijver- graaf- dag!

Het graven van de kikkervijverEerst werd bepaald waar het eiland moest komen. Er groeide achter in de tuin een klein eikenboompje, waar Lex zeer op gesteld was. De perfecte plaats voor het eiland, bepaalde Marc: het eikenboompje zou een woudreus worden die schaduw zou geven als je op een bankje op het eiland zat! Hieromheen groef hij (op aanwijzing van Jean-Baptiste) een flinke vijver van 12 x 7 meter. Helaas liep de rupsband van de graafmachine, ze moesten naar Monthermé om een grote sleutel te halen, waarna het probleem werd verholpen.

 

RioolpijpLex en Hans gingen met Hans’ bus op pad om 8 meter rioolpijp te kopen, om de hemelwaterafvoer van het dak, die onder het terras doorliep en naast de grote sparrenbomen uitkwam, een flink stuk te verlengen. We bestelden een camion aarde bij meneer Liesch, die flink was opgeslagen, vorig jaar E 22, nu E 30. Die aarde werd op de verlengde pijp gekruid en netjes vlak gemaakt. Daarna zaaiden we gras in.

 

Vijver klaar...champagne !

Het regende een paar dagen flink en de vijver kwam aardig vol. Het probleem was alleen, dat de achterkant wel diep genoeg bleek te zijn, maar het gedeelte voor het eiland niet. Daarom kwam de graafploeg een paar dagen later nog een keer, ‘chef’ Jean-Baptiste wees weer aan waar er gegraven moest worden en ‘sous-chef’ Marc riep dan jolig ‘oui, chef!’ en deed vervolgens precies waar hij zin in had. De voorste geul werd uitgediept, de achterste rand opgehoogd, een afwateringsgeul dichtgegooid en de grond om de vijver zo goed mogelijk gladgestreken. De afmeting van de vijver na deze operatie was 17 x 8 m! We dronken champagne op de goede afloop en die nacht regende het pijpenstelen. De vijver liep vol tot 20 cm onder de rand. Hoger kwam het water overigens nooit.

Hans timmerde een zeshoekige bank rond de walnotenboom. Joke en ik beitsten en schuurden hem 2x. Beitsen is in het Frans ‘lasurer’ en zodoende waren wij de ‘lasureuses emmerdeuses’ wat zoiets betekent als de zeurende beitsters. Wat helemaal niet klopte, want we zeurden helemaal niet, integendeel. Lex en Hans maakten een klein terrasje rond de notenboom en daar kwam hij op te staan. Er bleef nog hout over en daarvan maakte Hans een bankje om voor het huis te zetten, dat stond reuze gezellig.

 

De bank rondom de walnotenboom

Van mijn vriendin Trudi had ik vorig jaar een paar hortensia’s uit haar tuin gekregen. Joke kwam er achter dat er zevenblad tussen zat, een venijnig en schier onuitroeibaar onkruid. We haalden het hele perk leeg, de appelboom ging naar het dennenbomenperk, de struiken (ontdaan van elk spoortje zevenblad) werden verspreid over de andere perken. Daarna heb ik dagen lang met een klein harkje alle sporen van die snertplantjes verwijderd en er een heel blik gif op gestrooid. Voor zover ik het zien kon, was het gelukt: geen zevenblad meer te bekennen.

De brug in wording

Lex zocht de oude vloerplanken die van de hooizolder waren gekomen uit, schuurde ze op en timmerde een brug naar het eiland. Het werd een prachtige brug, 4½ meter lang, met een leuning op volwassen hoogte en één op (toekomstig) kleinkind hoogte. Ik beitste de brug, onder een parasol, want het was heel erg warm. De onderkant heb ik maar overgeslagen, want als ik op mijn kont in het water ging zitten, kwam ik nog haast met mijn hoofd tegen de planken. De zijkant deed ik languit op de brug liggend.

 

Beitsen en ...klaar!

De grond rondom de vijver was behoorlijk hobbelig, nog erger dan de rest van de tuin. Marc beloofde ons een grote camion aarde - 15 ton - en buurjongen Mathieu werd gevraagd om deze aarde over de tuin te verspreiden, waar hij enthousiast ‘pas de problème’ op antwoordde. Op den duur zou er dan een redelijk maaibaar grasveld moeten ontstaan.

Dat bracht ons op het volgende probleem: als we in ons huis kwamen, waren we altijd een week bezig om het gras te maaien. We moesten de débroussailleuse en de kantenmaaier van Jean-Baptiste lenen, want met een handmaaier was het geen doen, het ‘gras’ stond meestal tot kniehoogte, of erger. We konden ook niet aan iemand vragen om het gras tijdens onze afwezigheid te maaien, zo’n monnikenwerk kon je niet uitbesteden. Ik bedacht dus dat Lex voor zijn verjaardag een grasmaaitractor moest krijgen. Mijnheer Gérard had er een en dat leek ons ideaal. Het probleem was echter, dat we geen tractorcentjes hadden. Zoeken op Internet en in de Via Via leverde niets op, maar gelukkig, Hans wist raad. Jokes ouders hadden er een en gebruikten hem niet meer. De koop was gauw gesloten: ze vroegen er een symbolische E 50 voor. Dat werd natuurlijk graag aangenomen, een smakelijk ‘Ardenner delicatessen- pakket’ begeleidde de betaling. Het grappige is, dat we tijdens de verbouwing van ons huis al veel delicatessen- pakketten hebben uitgedeeld als dank voor spullen of diensten. Ardenner pakketten aan de Hollanders en Nederlandse aan de Fransen!
Het probleem bleef het transport van de tractor van Bellingwolde in Groningen naar de Ardennen. Het eerste stuk nam Hans voor zijn rekening, hij vervoerde de tractor in zijn bus naar Almere en reed hem op een oude deur naar buiten. Lex’ broer Hans wilde hem wel op een aanhanger naar Frankrijk brengen, maar hij kon niet zolang in de achtertuin geparkeerd worden, want hij paste niet tussen het hek en de rozenboog door. Gelukkig kregen Hans en Lex hem, na er enige onderdelen afgesloopt te hebben, in Lex zijn Renault Expres.
Zo gebeurde het dat Lex een week lang met de tractor achterin naar zijn werk reed (‘ik ga even de tractor naar Nieuwegein brengen’) en die week geen enkele bestelling kon wegbrengen. Waar zijn baas weer niet zo blij mee was!

TractorDe tractor werd in Frankrijk, alweer via een oude deur, uit de auto gereden en deed meteen goede diensten. Er moest alleen een binnenbandje in het linkervoorwiel, want dat liep leeg. De zondag dat we waren aangekomen reed ik de hele omgeving af om er een beetje lucht in te krijgen. Zonder resultaat. Toen we een paar dagen later bij Jean-Baptiste waren, stond daar een gloednieuwe compressor. Als we dat geweten hadden! Mathieu beloofde volgend jaar met de tractor ons gras te maaien als we te lange periodes wegbleven. Daar kwam overigens niets van terecht, Lex vertrouwde hem de tractor niet toe, er zaten nog te veel stenen in de grond.

Natuurlijk moest de tractor ook onder dak. Lex verbouwde het kleine schuurtje, de bestaande deuropening werd dichtgeschroefd met een oude deur en in de andere kant werd een flinke opening gezaagd. Scharnieren en een grendel met slot eraan, stenen voor het in- en uitrijden ervoor en klaar was de garage.

Dankjewel-barbequeWe gaven een barbecue als dank voor het graven van de vijver. Jean-Baptiste, Marc en zijn vrouw Chantal werden uitgenodigd. Ze waren voordelige gasten, want Marc nam zelf-geprikte stokjes mee met wild en champignons, ui, paprika en courgette. En zelfgemaakte tartarensaus. Mijn broer Hans had met zijn lamineermachine prachtige ‘VVV-bordjes’ gemaakt:
‘Bank Hans-Jan’, ‘Kikkervijver Marc’, ‘Eiland Jean-Baptiste’ en ‘Brug Alexander’. Daar moesten ze wel erg om lachen. De brug werd bewonderd en het waterpeil voldoende geacht. We hadden een kikker-slinger opgehangen en kleine kikkertjes aan hun champagneglazen gehangen. Ze kregen een ‘Holland-pakket’ met een fotoboek over de graafwerkzaamheden en Chantal kreeg een groot cognacglas met planten en ook een kikkertje erin en één eraan. Marc en Jean-Baptiste kregen ook nog een -in Cambridge gekocht- tegeltje met een kikker erop. Ik had daar met een dikke stift opgeschreven:’Diploma van chef (voor Jean-Baptiste of sous-chef (voor Marc) van de onderneming kikkervijver, les Woieries 2004’. Ze waren razend enthousiast en hoewel we binnen moesten barbecuen vanwege het weer, was de dank-je-wel-party een groot succes.