15. De slaapkamer boven

Lex en Sacha hadden dat jaar al twee trips gemaakt met tegels voor de tuin en spullen die we van Bert van Lex’ zus Ton hadden gekregen. Berts moeder was overleden en we kregen bedden, kasten en boeken.

Hier moet de slaapkamer komenDe derde tocht met de grote bus dat jaar was met stoeptegels en hout. Theo, een klant van het Fort, werkte bij een dochter van Ballast – Nedam en daar gebruikten ze veel hout voor bekistingen enz. Dit hout werd daarna goedkoop verkocht. Theo had laten uitrekenen hoe ver de dwarsbalken van elkaar af moesten liggen: 60 cm en hoe dik de platen moesten zijn die daar weer op kwamen: 1½ cm. Nu had hij een partij balken en platen voor Lex klaar liggen. Die haalde Lex vrijdagavond op uit Nijmegen, hij kreeg ook nog lange dunnere balken mee, die later goed van pas kwamen bij de bouw van de brug en de traphekken. Zaterdag gingen Sacha en hij het hele gebeuren wegbrengen naar Frankrijk. Ze werden warm onthaald door Adri en Ton, die twee weken in het huis hadden gebivakkeerd. Als dank voor hun verblijf kregen we een geldbedrag bovenop de ‘huur’. Dat geldbedrag had een bijzondere eigenschap, er gebeurde een wonderbare vermenigvuldiging mee: Lex kocht er een laserwaterpas van, om samen te gebruiken met het waterpas dat hij van de kinderen had gekregen voor het stellen van de zolderbalken, en toen was het geld op. Wonderlijkerwijs kocht ik er toch ook nog een kleinere elektrische frituurpan van bij het mannetje van de satelliet. Zo hadden we allebei wat we graag hebben wilden ‘van Adri en Ton’!

Ton hielp om alle hout naar boven te sjouwen, de loodzware onhandelbare platen brachten Lex en Sacha zelfs helemaal naar zolder, zodat Lex ze te zijner tijd zo over de balken heen naar hun plek kon schuiven.

Plafond waterpas stellenLex begon met het maken van de dwarsbalken, uit elke balk moest aan beide kanten een hoek gezaagd worden en daarna werden ze over de dikke balk ‘gehangen’. Met zijn nieuwe waterpas, dat op een statief op een rond tafeltje stond dat weer op een andere tafel stond, kon hij prachtig bepalen hoe hoog elke balk moest komen. Toen alle 27 dwarsbalken erin zaten, liep hij als een circusartiest met ware doodsverachting over die balken heen en weer om de platen er op te schuiven. Deze werden op maat gemaakt en vastgeschroefd. Van Jean-Baptiste hadden we voor een schijntje een rol van 20 meter, 2 meter breed hemelsblauw zeil overgenomen. Dat wilden we op de zoldervloer leggen, omdat het dak nog wel eens lekt en het hout van de platen dan niet meer kon verrotten. Dat zeil moest dus in stukken gesneden worden, maar dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan, de rol woog 110 kilo! Lex maakte een interessante constructie van blokken hout en ijzeren pijpen, die ervoor moest zorgen dat de rol vrij van de vloer bleef. In theorie was het prachtig, maar het viel toch niet mee er stukken van 4 meter 75 af te snijden. Natuurlijk kwam het wel voor elkaar, het zeil werd gelegd en de zolder was klaar!

Underlayment op z'n plaatsLex gebruikte een paar van de lange dunne balken die hij van Theo had gekregen om een traphek te maken dat liep van de vloer van de toekomstige gang boven helemaal door naar de zolder. Daar staken ze nog een aardig stuk uit, zodat daar ook een traphek van kon worden gemaakt. Eerst sloopte Lex het kleine muurtje tussen de benedentrap en de toekomstige gang. Het plafond dat aan de onderkant tegen de zoldertap aan zat, trok hij er ook af. Het bleek gemaakt te zijn van karton en onder het behang zaten kranten uit 1954…
Ik beitste de balken van het traphek.

De benedentrap was dicht geweest en moest nu open worden, maar de zoldertrap, die altijd open was geweest, moest dicht worden. Dat deed Lex met een overgebleven zolderplaat. We bestelden een geïsoleerde deur bij Monsieur Liesch en die kwam op de eerste tree van de zoldertap. Het gat was nu helemaal afgesloten.

We besteedden een hele ochtend aan het bedenken hoe de gang en de slaapkamer er uit zouden komen te zien. We maten de meubels op die we hadden, tekenden alles af op de houten vloer met een krijtje. Het zal niet vaak gebeuren dat een kamer wordt gemaakt naar gelang de meubels die er zijn, meestal is het toch andersom!

De deur..nog zonder muur!Lex had de deur die toegang gaf tot de onafgewerkte ruimte eruit gehaald en geschuurd. Toen we eenmaal bepaald hadden waar de muur moest komen tussen de gang en de slaapkamer en we besloten hadden dat we het een erg leuke oude deur vonden en we hem dus graag wilden gebruiken, bevestigde hij hem op de uitgekozen plek. Hij zocht een dikke eiken balk en ‘hing’ hem erboven, tussen de deurposten, als afdakje, met gigantische schroeven van 11 cm lang. Om te bewijzen dat het stevig genoeg zat, ging hij er zelfs aan hangen! Ik beitste de deur aan de slaapkamerkant en grondde hem aan de gangkant. Toen hadden we dus een prachtige deur ‘in the middle of nowhere’, want de muur moest nog worden gemaakt!

Lex maakte een sleuf in de vloer voor ‘het gat van Bouillot’, om de verwarmingsleidingen doorheen te leggen. Ik moest af en toe een handje helpen, maar zat er de meeste tijd braaf op een stoel bij te breien voor het toekomstige kleinkind. Voor dat kleinkind was ik ook een ledikantje aan het opknappen. Dat waarschijnlijk heel erg oude ledikantje hadden we op zolder gevonden toen we het huis kochten, maar het zag er niet meer uit: de metalen delen waren verroest en de beige en lichtblauwe verf vuil en verkleurd. Ik maakte het helemaal wit, het metaal werd behandeld met witte hammerite.

We hadden gipsplaat en glaswol besteld voor de slaapkamer en de gang. 36 platen placo! De mensen van Liesch stonden op de vrachtwagen en schoven ze door het hooiluik en Lex sjouwde ze naar achter. Toen nog 12 platen hardboard voor op de vloer… Lex was kapot aan het einde van die dag en rolde ’s-avonds doodmoe in bed.

Hij isoleerde het plafond door draadjes te spannen en daarmee de glaswol, die tussen de balken geklemd zat, op zijn plaats te houden. We begonnen met de gipsplaten, er moesten er 13 in en dat wilden we nog graag doen voor we weer naar huis moesten. Toen de 7e plaat er echter 5x in en uit moest, gaven we de moed op. De rest kwam de volgende keer wel.

Die volgende keer was bijna twee maanden later. In de tussentijd hadden we op 18 september 2004 een prachtige kleindochter gekregen: Aeryn. We hadden er dan ook best moeite mee om haar bijna twee weken niet te kunnen zien!
Ik was vlak voor we weggingen geopereerd aan een knobbeltje in mijn borst. Tijdens ons verblijf in les Woieries mocht ik het ziekenhuis bellen en het bleek gelukkig goedaardig te zijn. De eerste dagen kon ik echter niet veel doen, en vooral geen platen boven mijn hoofd tillen, zodat Lex begon met wat kleinere klusjes. Hij had een radio-CD-speler overgenomen van een klant en die kwam in de kamer. Hij maakte een bestekla-inhoud in de rechterla van Trudi’s kast voor het blauwe bestek dat ik jaren geleden van de kinderen had gekregen. Van een plank van opaatjes oude werkbank maakte hij een hele dikke, lekker ruige schoorsteenmantel op de nieuwe slaapkamer. Daar moest het potkacheltje komen, dat ik van Annie, een pedicureklant had gekregen. Het kan niet worden aangesloten, vanwege de valse lucht, of zoiets, maar het staat vast heel gezellig!

Aeryns bedjeVoor mijn verjaardag had ik een broodbakmachine gekregen, die we natuurlijk volop gebruikten.
Lex maakte een nieuwe bodem voor Aeryns bedje en ik lakte het af en plakte er beertjes op. Thuis had ik al een molton, hoeslakentjes en dekbedhoesjes gemaakt. Ik knipte een deken op maat, zoomde hem om en stopte hem in de wasmachine. Het matrasje werd verlengd met een stuk bekleed schuimplastic. En hoewel Saripa het bedje net een bunker vond, toen de foto zag, waren wij toch best trots op het resultaat!

Na een paar dagen ‘rust’ maakten we het plafond af. Lex besloot dat de platen niet meer precies op maat hoefden te zijn, hij wilde langs de balken halfronde latjes maken om de kieren te verstoppen. Dat scheelde een heleboel ellende en het plafond zat spoedig dicht. Toen waren de rails aan de beurt. De hele slaapkamer, inclusief tussenwandje naar de gang, kwam af. Daarna belegde Lex de vloer met hardboard, dat werd vastgeniet met het cadeaudozen-nietapparaat van Trouvaille. Ik beitste al het donkere hout.

In het begin van ons verblijf was het vreselijk weer, maar na een week knapte het aardig op en kon ik alle perken wieden, de randjes streamen met Jean-Baptistes débroussailleuse en bij sommige perken verrotte boomstammen vervangen door nieuwe. Lex maaide het gras met de tractor. Het was eigenlijk te nat, maar het lukte toch redelijk. Mathieu had al een stukje bij de vijver glad gemaakt met de aarde die Bouillot ons gegeven had, maar toen hij de laatste zaterdag van ons verblijf weer zou beginnen, had hij na twee kruiwagens al last van zijn rug en hield er mee op.

Na Kerst gingen Igor, Saripa en Aeryn een paar dagen naar het huis. Toen ze na een -door hevige sneeuwval- barre tocht aankwamen, stond de gang vol met meubelstukken. Igor belde ons: ’hebben jullie iets besteld?’ Wij wisten van niets. De buren wisten van niets. Waar kwamen die spullen vandaan?
Het mysterie werd later in de week opgelost, toen we Jean-Baptiste in het ziekenhuis in Charleville-Mézières bezochten. Het kwam van Marc Bouillot. Die had een tweepersoons bed, een nachtkastje, een commode en een driedeurs linnenkast, alles van bewerkt licht eiken met bruin marmeren afdekplaten, van zijn schoonmoeder gekregen omdat hun zoon op zichzelf ging wonen. Maar die zoon wilde het niet en toen dacht Marc : ‘de Hollanders zijn met een slaapkamer bezig, die kunnen het wel gebruiken’.
Perfect!