21. ‘Kunnen we het appartement al huren deze zomer?’

Hoewel wij vinden dat het al geweldig opschiet met het appartement, is het toch nog lang niet zover dat we er mensen kunnen ontvangen. Lex heeft maar één paar handen en we zijn er in de periode dat ik les geef steeds maar één week, in de schoolvakanties. De cursussen zijn half april afgelopen en daarna kunnen we twee weken achter elkaar weg, ook niet langer, want dat raakt ‘Wijnkooperij Trouvaille’ in de problemen en lopen mijn Nederlandse voetenklantjes met zere tenen!
We hebben John en Hans O gevraagd of ze in juli willen komen helpen en hopen van harte dat dat doorgaat. Hans A heeft zijn hulp al toegezegd, die komt ons elk jaar een week helpen en maakt de mooiste en meest praktische dingen. Met Joke als trouwe tuin-vrouw.

Lex maakte met Sacha een rit met het bed van Albert en Siena, de buren van mama. Dat haalden ze vrijdagavond op in Roden, en zaterdag gingen ze vanuit Almere door naar Frankrijk, met nog een computerkast van Marcel en Monique en matrassen van Igor en Saripa. Het was de 10e keer dat Sacha zo’n verhuisrit meereed, dus daarvoor kreeg hij een grote ‘gouden’ medaille aan een lint!
Het bed werd in de bloemenkamer gezet, want het oude bed van opaatje was wankel en je haalde je tenen er aan open, volgens Igor en Saripa, die er de meeste nachten in hebben doorgebracht. Dat kon nu niet meer gebeuren, dit bed is super- chic!

Els stoft - Ad knutseltOp een zaterdag in februari reed ik met Ad en Els mee naar les Woieries. We hadden een beetje een trage start... dat kwam zo: ze kwamen me al om 8 uur ’s-morgens halen, dus dat was vroeg genoeg! We zeiden Lex gedag : ‘werk ze en tot vanavond in Frankrijk’ en gingen onverwijld op pad. Alleen.. toen we op de A6 zaten, kwam Els er achter dat ze haar handtas bij ons op tafel had laten staan, dus als een speer weer terug, (gelukkig was Lex nog thuis) tas uit zijn handen gegrist en voor de tweede keer op weg! Alles ging verder prima, het was droog, we dronken onderweg koffie en kwamen rond lunchtijd in het huis aan. Na inspectie bleek dat Marc in de tussentijd de slaapkamermuren had gemaakt.
Het metselwerk van het appartement was dus helemaal klaar.

Ad begon meteen met het uit elkaar halen van de door Igor geleverde stoppen-kasten, ze waren naast elkaar gemonteerd, maar dat paste niet in de kast van de bloemenkamer en ook niet in de toekomstige bezemkast van het appartement. Ad monteerde ze onder elkaar terwijl Els en ik stoften en veegden, want er ligt altijd een dikke laag stof als we een poos weg zijn geweest. Daarna gingen Els en ik vredig zitten borduren onder de lamp aan de grote tafel.
Lex kwam om half acht en bewonderde de resultaten. Van Ad, natuurlijk, niet van ons borduurwerk!

De EDFZondagmiddag, nadat Els en ik boodschappen hadden gedaan (voor het laatst in de Champion, die werd per woensdag Shopi) en Lex en Ad het fornuis hadden omgebouwd voor 3 fasen, kwam Marc met champagne. Dat was razend gezellig, hij haalde nog een tweede fles uit de auto, maar toen hij weg was werd er niet meer gewerkt! Gelukkig was alles klaar voor de EDF, die maandagochtend op tijd arriveerde. Ze sloopten alle bestaande spullen eruit, klommen met een ladder tegen de paal buiten om de kabel te veranderen, monteerden een klein kastje buiten om de meterstand elektronisch te lezen (fantastisch! want we hebben al een keer en boete gehad omdat ze nooit bij de meter konden) en alles verliep prima en als gepland. Dachten we.
Want toen Ad vroeg waar de derde kabel nu was, want het was toch drie fasen, deed de monteur vreselijk verbaasd en zei dat alles 220 bleef en niks drie fasen. Welles. Nietes. Baas bellen: ‘ze hebben het zwart op wit’. ‘Sorry, mevrouw, meneer, maar het kantoor werkt onafhankelijk van ons, monteurs, en de meneer die bij u is geweest, vond 3 fasen niet nodig...jammer genoeg heeft hij dat niet tegen u gezegd, en wat doen we nu? We hebben geen 3 fasen spullen bij ons’.
Eind van het liedje was dat ze splinternieuwe 220-spullen monteerden die er over een paar weken weer net zo hard uit moeten worden gesloopt om dan toch 3 fasen te installeren. De volgende keer dat we in Woieries zijn, komt er weer iemand kijken, om een afspraak te maken.
Tja.

Het was jammer voor Ad dat hij de installatie niet in werking kon zien, maar er was niets aan te doen. Gelukkig werkte alles wel, al was het al omgebouwd. Ad en Els gingen naar huis en wij gingen de dag erna plavuizen voor de kamer en gang en tegels voor badkamer en WC uitzoeken bij de Leroy Merlin, want die waren allemaal in de aanbieding. Na een boel heen-en-weer geloop met vloertegels naar de wandtegel- hoek, hadden we toch een keus gemaakt. en de hele mik, inclusief lijm en voegmiddel, gereserveerd voor juli...als hopelijk de hulptroepen komen!

Rails voor gipsplaat op de trapLex maakte de rails van de trapopgang af en plaatste de gipsplaten. Natuurlijk ging dat niet zonder slag of stoot en toen het af was, had hij een voorraadje vreemde punten gipsplaat over, waarvan hij eerst dacht dat hij ze precies goed pas had gesneden...

Lex was van huis gegaan met een zere kies en een afspraak bij de kaakchirurg voor de maandag dat we weer thuis zouden zijn. De kies ging steeds meer zeer doen, zijn wang werd met het uur dikker. De tandarts in Monthermé had geen tijd, maar toen ik de voeten deed van de ouders van Marc, gaven zij me het telefoonnummer van een tandarts in Hautes-Rivières. Die had gelukkig wel tijd en sneed het abces (onverdoofd...arme Lex!) open. Daarna was de opluchting groot en de pijn een stuk minder erg. Gelukkig maar, want zaterdagmiddag waren we door Marc uitgenodigd voor een etentje in een ferme-auberge. De dakdekker die bij ons de punt van de zijmuur met leien komt bekleden, had daar het dak gemaakt met een motiefje er in en dat wilde Marc ons laten zien. En als je er dan toch bent, dan kan je net zo goed meteen even een vorkje meeprikken, nietwaar!

Uit etenHij kwam ons om elf uur halen, we reden langs Sècheval, waar zijn vrouw Chantal op het gemeentehuis aan het werk was, en met Chantal reden we naar het huis van Rudy, de leidekker. Daar kregen we champagne en nootjes terwijl we wachtten tot zijn vrouw Hélène en zoontje Jules thuiskwamen. Toen naar de auberge, een oude watermolen, waar we heerlijk en gezellig aten. Daarna weer mee met Rudy naar zijn huis, diverse patroontjes bekeken en een kop koffie gedronken. Marc bracht ons weer naar huis, waar we, zeer voldaan, aankwamen om half zes.
Even een hapje eten!

Pasen vierden we in Woieries met, op Juri na, alle kinderen. Ik reed donderdagavond al met Igor, Saripa en Aeryn mee, Sacha en Stella kwamen (goede) vrijdagmiddag en Lex na z’n werk op zaterdagavond. We hadden prachtig weer, het was de warmste Pasen ooit, in de week erna soms zelfs 27˚.
Paaseieren met champagneIgor wilde als verrassing voor Lex vast gaan maaien met de tractor, maar die weigerde alle diensten, zelfs na het opladen van de accu. Toen heeft hij maar een heel stuk met de motormaaier gedaan. De Matthaüs Passion stond binnen hard aan op de TV, ramen wijd open en buiten genieten van de muziek in het zonnetje! (Nou...genieten...Igor dacht daar heel anders over!)
We gingen met z’n allen in optocht met Aeryn de lammetjes bekijken en de schaapjes voeren. Er waren ook twee pasgeboren geitjes in de stal, die vond Aeryn wel heel erg ‘gattig’.  Op eerste paasdag brunchten we buiten in de zon, Marc kwam langs en natuurlijk dronken we als apéro champagne, terwijl iedereen ondertussen met kleurpotloodjes en eieren in de weer was.

Igor was door de brug heen gezakt en die werd dus afgebroken en dezelfde avond nog opgestookt in een groot paasvuur. Toen Aeryn zag dat de schroeven niet verbrandden, zei ze: ‘opa, jij kan met die een nieuwe brug mee maken’.
Gattig.
Naast de garage ligt een stapel plafondbalken uit de stal. Marc heeft ze nog steeds niet weggehaald, hoewel we daar al zeker tien keer om gevraagd hebben. De mannen sjouwden twee van die loodzware balken naar achter in de tuin en maakten daarvan de leggers voor een nieuw te bouwen brug. Een stevige, dit keer, een die de eeuwen kan trotseren.

KikkerbilletjesMaandag tweede paasdag vertrokken de kinderen en wij waren uitgenodigd bij Marc en Chantal om kikkerbilletjes te komen eten en de specialiteit van de Ardennen: ‘salade de pissenlits au lard’, paardebloembladeren- stamppot met aardappels en spekjes. Ik zag die kikkerbilletjes niet zo erg zitten, maar we moesten er toch aan geloven en gelukkig maar, want het was heerlijk. Wel veel kluiven en weinig vlees, maar een erg lekkere, fijne smaak, die wel wat weg heeft van kip. Marc vertelde ons dat het niet onze eigen kikkers waren, want dit jaar had hij er geen gevangen in onze vijver. De paar kikkers die er waren, had hij lekker laten zitten om voor nageslacht te zorgen. Dat was goed gelukt, de vijver krioelde van de kikkervisjes!
De paardebloembladeren- stamppot was erg zwaar en een beetje bitter, maar ook best lekker. We kwamen om half acht bij Marc aan en waren om half een pas thuis...

Paadje appartementDe mijnheer van de EDF kwam, na telefonische waarschuwing en meldde ons dat er een afspraak gemaakt kon worden voor de werkzaamheden om van 2 fasen 3 fasen te maken. Daarvoor kwam hij dus helemaal uit Charleville naar ons toe gereden. Hij maakte foto’s van de buitenkant van het huis (die de vorige mijnheer ook al gemaakt had) en vertrok weer. Bureaucratie?

Lex maaide de tuin met de tractor, waar we een nieuwe accu voor hadden gekocht in Willerzie. Hij deed het weer perfect. Ik wiedde en plantte viooltjes. Toen het gras gemaaid was, ging Lex de aarde die voor het huis lag, naar achter kruien om het stuk naast de composthoop te egaliseren. Bij een temperatuur van soms wel 27˚ heeft hij wel 50 kruiwagenladingen geschept, gereden, gestort en geharkt....
Lex maakte ook een paadje van de trap van het appartement naar voor. Ik plantte er bloemetjes naast en het zag er prachtig uit!

Met Hemelvaart gingen we tien dagen. Marc had gezegd dat we de volgende keer dat we kwamen nog ‘surpris’ zouden zijn wat er allemaal gebeurd was in het appartement. Nieuwsgierig renden we zodra we aangekomen waren dus meteen naar boven. En inderdaad, we waren zeer surpris : er was NIETS gedaan! Later in de week kwam Marc met een fles champagne en legde uit dat hij het druk had gehad... en dat we de volgende keer écht, beloofd, beloofd, surpris zouden zijn...

Het was redelijk mooi weer en we genoten van de rust. Lex schroefde de in Nederland voorbereide planken op de leggers van de brug en maakte een nieuwe ‘rustieke’ leuning. Alles werd gebeitst.

De meneer die voortaan onze tuin zou bijhouden in onze afwezigheid, Claude, had flink zijn best gedaan toen we er niet waren: de heg was gesnoeid en het gras was gemaaid en opgeruimd, zelfs achter de vijver, alles zag er perfect uit!  Toen Lex met de débroussailleuse het eiland van gras en riet ging ontdoen, ontdekte hij daar een eendennest met 3 eieren. Eendennest op eilandMoeder eend legde er elke 2 dagen een ei bij en toen we weer naar huis gingen, waren er 6. Het is natuurlijk niet zo bijdehand van me, maar ik had er nooit bij stilgestaan dat zo’n eend er meerdere dagen over doet om een heel nest eitjes te leggen. Het gaat natuurlijk net als bij kippen, één eitje per dag. Als alle eieren gelegd zijn, begint ze pas met broeden, zodat alle eieren ook tegelijk uitkomen. We vonden ook een klein nestje met babyvogeltjes op de grond naast de vijver, kunstig in een struikje verstopt. Het was, voor zover we het vogeltje konden determineren met behulp van het vogelboek dat we van Sacha hadden gekregen, van een rietgors. De ouders vlogen af en aan met snavels vol wurmpjes.

Met Pasen, toen de kinderen er waren, hadden we al problemen gehad dat de ketel steeds uitviel en dat deed hij nog steeds. Ik dus naar de winkel van Massins vrouw in Bogny, kletsen over het weer, het tijdschrift waar ik in geschreven had en dat ik voor haar had meegenomen, onze kleinkinderen en ‘oh ja, voor ik het vergeet, de ketel doet het ook al niet...’ Massin kwam langs en maakte alles schoon. Maar de ketel viel nog steeds uit, tot na een paar dagen dat ineens niet meer gebeurde en hij vrolijk bleef branden. Raadsel...

Lex maakte een lampje in het houthok, want daar zag je ...geen hout! Hij maakte ook een deurbel voor het appartement, repareerde het spotje boven zijn stoel in de kamer, monteerde de leuning, de ‘rampe’ voor onze trap, die Liesch eindelijk was komen brengen. Die rampe was een echte ramp, we hadden hem al in januari besteld, maar al wat we zagen, geen rampe. Dan was Liesch de maten vergeten, dan wist hij zogenaamd niet meer van welk hout hij moest worden gemaakt, dan weer was de rampe wel gemaakt, maar spoorloos verdwenen...maar wonder boven wonder, nu was onze rampe dus eindelijk boven water!

We gingen naar Charleville om bij de Leroy-Merlin tegeltjes te kopen voor de keuken van het appartement. Die avond waren we op de apéro uitgenodigd bij Ginette en haar man Jean, die midden in het bos wonen in les Six Chénons, dat hemelsbreed nog geen kilometer van ons huis af ligt. Jean is een broer van onze dorpsgenote Marcelle en hij heeft een prachtig zelfgemaakt miniatuur treinemplacement, waar Lex helemaal verliefd op was! Op een gegeven moment werd het heel donker, wij gingen gauw naar huis en waren net voor het onweer binnen. Het was een gigantisch onweer met heel harde windvlagen, dreunende klappen en dikke druppels regen. Gelukkig hadden de nestjes niet geleden onder al dat natuurgeweld.