50. Plannen voor een garage


Februari in Woieries2017 begon met een laagje sneeuw, maar Lex hoefde niet al te veel sneeuw te ruimen, gelukkig. Het bleef een paar weken liggen, maar er viel niets meer bij.
Het voorjaar was warm en zonnig tot april, toen kregen we ineens weer een week flinke nachtvorst.

De week voor Pasen gingen we samen met de auto naar Almere, de auto werd gerepareerd en gekeurd en Lex spoot met de hogedrukspuit de tegels van het terras schoon. Astrids vader Piet had als verrassing alle heggen al gesnoeid, wat een lieve tuinkabouter!
Juri kwam donderdag en op Goede vrijdag gingen we samen, met Elizabeth, een voetjes-klant, naar de Matthaüs-Passion in Amsterdam. Die avond aten we bij Igor en Astrid, waar Sacha en Natasha en alle drie de kleinkinderen ook waren, zodat de hele clan weer eens compleet was. Juri reed zaterdag mee naar Woieries, waar we Pasen vierden. De donderdag erop vertrok hij weer.

Rob en Peter, van de politie-survival, kwamen een nachtje slapen met hun vrouwen en de dochter van Peter, met een vriendinnetje. Ze liepen, bepakt en bezakt,  helemaal naar Fumay, waar ze met alle geweld de 1 km lange hang-aan-een-handvat-en-slinger-je-in-de-afgrond-baan wilden afdalen. Ze sliepen in het bos bij 3˚ boven nul (Oh, lekker warm, we zijn berekend op min 10 !!) en waren zeer voldaan. Wij ook, het was leuk ze weer te zien en hun vrouwen te leren kennen.

Hans installeert de camera's tegen de dakrandHans en Wietske kwamen een paar dagen in april en Hans monteerde de surveillancecamera's tegen de dakrand. Lex lag op zolder om de draden binnen te halen, dat ging niet zonder slag of stoot, want ze moesten een flink eind schuin onder het dak door overbruggen en overal zaten obstakels. Die camera's hadden we gekocht, omdat we door de goed-geïsoleerde nieuwe voordeuren niet meer kunnen horen of er iemand stopt op ons voorpleintje.

Beau en Aeryn poten aardappels en uienHans en Wietske waren nog niet weg, of Igor kwam met Beau en Aeryn. Samen met Lex maakten ze de installatie binnenshuis af, alle draden werden keurig weggewerkt in huis. Ik hielp Beau met haar Frans en de meiden pootten aardappels en uien in de door Jean omgeploegde moestuin (Jeetje, oma, wat is dat veel werk, zo'n moestuin…). Opa bakte pannenkoeken op verzoek van de kleindochters.
Beau, die net een paar maanden haar rijbewijs had, reed het hele eind heen en terug, dapper hoor!

We hadden ook weer geregeld gasten in de B&B, sommige erg vriendelijk, zoals vier Belgische fietsers die helemaal naar Zuid-Frankrijk onderweg waren. Zo aan het einde van een lange dag fietsen zagen ze erg op tegen het stuk bergopwaarts hiernaartoe, dus ik haalde ze op, zoals we geregeld doen. Het is dan ook een hele klim, het gemeentehuis van Monthermé ligt op 117 meter boven de zeespiegel en wij op 427, dat is dus ruim 300 meter klimmen over 6 kilometer!
De fietsende Belgen waren zo blij met de haal- en brengservice, dat ze, ondanks mijn protesten, € 20,- betaalden voor die service en zich uitputten in bedankjes en complimenten.
Daar staken vier Franse jongelui wel erg schril bij af: ik had afgesproken om ze in Monthermé op te halen, maar ze belden dat ze erg moe waren en in Charleville wilden stoppen met fietsen. Of ik ze dus daar even kwam halen, om half elf 's-avonds, want ze gingen eerst uitgebreid dineren. Ik was te verbluft om 'nee' te zeggen en moest die avond dus in de plensregen die donkere weg rijden. Ze stonden ook niet op de plek waar ik dacht dat ze zouden zijn, dus dat was nog een heel geharrewar met bellen en zoeken en omrijden. Al met al was ik ruim anderhalf uur onderweg. Ze stapten in zonder zich voor te stellen, sliepen een nacht, (de bagage was naar ons toe gebracht door de fietsenverhuurder), betaalden de kamerprijs en met een groot gebaar gooide één van die verwende mirakels een tientje op de tafel: 'voor het halen'. Ik was, alweer, te verbluft om adequaat te reageren en kon er nog net uitbrengen dat dat krap-aan genoeg was voor de benzine. Ik reed ze naar Monthermé, zonder een woord te zeggen (al degenen die mij kennen weten dat dat een unieke gebeurtenis is!) en met een nonchalant 'merci' liepen er drie weg. De vierde tikte op het autoraampje en overhandigde me hautain en zonder een woord nog een verfrommeld briefje van tien. Hij liep meteen weg, en dat was maar goed ook, want ik stond op het punt om hem toe te voegen dat ik hoopte dat hij beter betaald werd door zijn baas voor het werk wat hij deed… 50 kilometer rijden bij nacht en ontij, en de volgende dag weer 12, twee uur tijd, gebruik van auto en benzine… en ze vonden duidelijk dat dat gewoon hun goed recht was. Een paar dagen later ging ik even praten met de mijnheer van de Boucles de Meuse, die van de fietsenverhuurder ook al minder leuke dingen over dit viertal had gehoord. Mijnheer 'Boucles' schaamde zich dat het Fransen waren, zei hij!
Gelukkig zijn dit soort mensen uitzonderingen, de meesten zijn erg vriendelijk en enthousiast.

11 juni 2017: Janny's eerste dag AOWMarc kwam langs voor zijn voeten – natuurlijk met een fles champagne, dat is traditie - en we praatten over de te bouwen garage. Hij beloofde (voor de zoveelste keer) nu toch echt snel een offerte te maken. De oude garage werd (weer) opgemeten, de nieuwe wordt net zo groot, zodat de auto er in kan en ook nog een beste stapel hout. Aan de tuinkant komt een schuur, net zo groot als de voormalige afgebroken caravan-schuur, voor de tuinmeubels en het tuingereedschap. Dat ruimt dan lekker op in de stal/werkplaats. De grasmaai-tractor moet er ook in passen, dus er moet een brede deur in. Plannen genoeg en gelukkig steeds meer geld op de bank…dat nu extra snel kan groeien, want…

11 Juni, een zondag, was de dag dat ik mijn eerste AOW kreeg, precies 9 maanden na mijn 65e verjaardag. Yvette had een yoghurt-cake gebakken om dit heugelijke feit te vieren en wij namen een fles champagne mee voor de traditionele zondagse apéro.

Ik maakte ook weer een boel jam. Vorig jaar kwam ik aardbeienjam tekort, dat zal me dit jaar niet gebeuren! 21 potten moet genoeg zijn, dacht ik, en toen kwam Monsieur Liesch met een hele tray aardbeien! Daarvan ging het merendeel dus maar kleingesneden in de vriezer, dan kan ik er jam van maken als ik wat meer potjes heb. Ik maakte wel 5 potten abrikozenjam. Nu is het wachten op de bramen, te zien aan de bloemen en beginnende vruchten, wordt het een beste oogst.

Ik beging een enorme stommiteit… als er een auto achter die van ons staat als ik weg wil rijden, waarschuwt Lex me altijd: 'Pas op, er staat een auto achter je'. Op een zaterdag, toen ik met Yvette boodschappen ging doen, was Lex echter niet buiten toen we weggingen en prompt reed ik tegen de auto van onze Deense B&B-gasten aan, boem…een enorme deuk in hun portier! Stom – stom – stom! Gelukkig waren ze niet boos. Maar ik wel….op mezelf!