66. Zorgen over oorlog, aardbevingen en Yvette


Toen ik weer terugkwam van dat korte bezoekje aan Almere, kreeg ik de griep. Ik sliep vijf dagen 20 tot 22 uur per etmaal en voelde me hondsberoerd, at niet, dronk alleen water en thee. Toen ik weer wat beter was bleek ik ruim 5 kilo afgevallen en zwabberde op mijn benen. Het duurde een paar weken voor ik mijn energie weer terug had. Jammer genoeg waren de kilo’s in dezelfde tijd ook weer terug!

Onze Yvette werd met de dag verwarder, vergat alles, kwam soms een paar keer bij de tussendeur beneden roepen omdat ze, bijvoorbeeld, WC papier was vergeten op haar boodschappenlijstje te zetten. Dacht ze. Het stond er wel op en Ginette, die tijdens mijn griep voor één keer de zaterdagse boodschappendienst van me over had genomen, had net een pak voor haar gekocht. Het was erg vermoeiend, maar gelukkig bleef haar karakter hetzelfde, ze bleef een lieverd. Vrijdagmiddag leverde ze haar boodschappenlijstje in en keek ik na of ze echt alles nodig had. Van de 15 genoteerde dingen bleven er meestal maar een paar over, en later nog minder, want ik ging voor haar maaltijden zorgen. Tijdens een ziekenhuisopname bleek namelijk dat ze bloedarmoede had en ondervoed was. Ik had al eerder voorgesteld om voor haar eten te zorgen, maar toen weigerde ze in alle toonaarden....ze kon heel prima zelf koken, zei ze. Helaas kwam dat neer op een doodgekookte struik witlof en een aardappel, zonder vlees, of macaroni met alleen geraspte kaas er over.  Nu ‘moest’ ze, maar dat had nog heel wat voeten in de aarde. De eerste keer dat ik met een bordje boven kwam om 12 uur, vond ze het prima, maar de tweede keer had ze net haar macaroni met kaas gemaakt. Ik pakte dat af en gaf haar een bordje gezond eten. In overleg met haar schoonzus Ginette en broer Jean, haalde ik alles waarmee ze een maaltijd zou kunnen maken uit haar kasten, koelkast en vriezer. De derde dag kwam ik om 12 uur boven met mijn gezonde, uitgebalanceerde warme maaltijd en...daar zat ze achter een leeg bord, rustigjes een bakje yoghurt leeg te lepelen. ‘Wat heeft u dan gegeten?’ ‘Brood en kaas. En yoghurt’.
Zucht...
Ik plakte een opvallend, wit papier op haar koelkast, waar met grote letters opstond ‘Janny maakt voortaan uw middageten en uw avond-soep, u zorgt zelf voor het ontbijt, het 4-uurtje en de toetjes’. Ook legde ik elke ochtend voor ze opstond het ‘menu van deze dag’ op haar tafel. Dat werkte, op een enkele misser na, redelijk goed. Ze vond het restaurant ‘Pas de Problème !’ een uitstekend restaurant waar je heel lekker at ...

In februari vond een grote aardbeving plaats in Oost-Turkije en Syrië, met tienduizenden doden. Na de covid-epidemie en de oorlog in Oekraïne is dit de derde ramp in korte tijd...

De zorg voor Yvette breidde zich uit. Behalve dat ze bijna elke dag kwam vragen of we niet een pak macaroni voor haar te leen hadden omdat ze niets meer in haar kast had staan, nam ze op een kwade dag ook ongemerkt de benen en wandelde, met haar stok in plaats van haar rollator, helemaal alleen naar Marcelle. Marcelle schrok zich een hoedje. In algemeen overleg werd besloten haar voordeur voortaan op slot te laten. Wij hadden haar sleutel. Daar raakte ze ook flink van in de war...

Begin april ging Yvette een paar dagen naar Jean en Ginette en daardoor konden wij met een gerust hart afreizen naar Nederland, naar Hans de tandarts om een heleboel uitgevallen vullingen te vernieuwen, naar mijn jaarlijkse suiker-controle en naar de opticien voor een nieuwe bril voor Lex. Waar men constateerde dat hij staar heeft aan één oog -en maar 50% zicht met dat oog-, zodat we doorverwezen werden naar de Bergman-kliniek. Zoals de traditie wil, gingen Juri en ik naar de Matthaüs Passion op Goede vrijdag. Diezelfde avond kwamen Sacha en Dominique ook bij Astrid en Igor eten. Juri reed met ons terug naar les Woieries en bleef daar nog gezellig een weekje.

Het voorjaar was nat en druilerig. Het gras groeide erg hard en moest nodig gemaaid, elk jaar werd het eind maart, begin april voor het eerst gemaaid, maar Julien had zijn sleutelbeen gebroken en kon niet komen, Lex kon het niet meer en ik had het al zo druk...en moest ook nog leren hoe de zitmaaier werkte, dus in mei was er nog steeds niet gemaaid. Toen Yvettes broer Jean, die toch ook al 80 jaar is, de moestuin kwam eggen, zoals hij elk jaar doet, beloofde hij dat hij snel terug zou komen om de tuin te maaien. Dat deed hij, met de débroussailleuse, want het was veel te hoog om gewoon te maaien. Ik harkte en een week later kwam hij om met de zitmaaier te maaien.

 

Pas de Problème
Powered by CMSimple