13. Alweer een jaar voorbij

Lex bakt oliebollenWe hebben het huis nu ruim drie jaar en vierden er met de kinderen oud en nieuw. (2003- 2004) Zonder vuurwerk, want dat doen ze niet in Frankrijk, maar mèt oliebollen. Dat doen ze ook niet, maar daar ging Lex verandering in brengen! Hij bakte op oudejaarsdag een enorme hoeveelheid en ik ploegde als een moderne Roodkapje door de sneeuw, met Jean-Baptistes mand aan de arm, gevuld met zakjes oliebollen, om bij elk huis deze Hollandse traditie te bezorgen. Overal werd ik binnen gevraagd en overal vond men het een leuke geste. ‘Ah, des beignets!’ Het bleek dat de gewoonte in het dorp wil, dat de jonge mensen bij de oudere op visite gaan om ze ‘bonne année, bonne santé’ te wensen. We werden voor later in de week uitgenodigd bij Guy en Florence van het mooie huis achter het hek en bij Blanche en Léon, de oudste inwoners van het dorp, het laatste huis aan de andere kant van de weg als je naar Monthermé gaat.

Bij Guy en Florence gingen we op ‘apéro’ om half twaalf. Er werd veel over de jacht gepraat, ze jagen allebei. Hun dochter Camille is enig kind en rijdt op haar eigen paard. We kregen niet het idee dat deze mensen zich wentelden in armoede! Guy is de zoon van Michel en Marcelle, van het eerste huis aan de overkant als je richting Monthermé gaat. We dronken weer de onvermijdelijke champagne, aten allerlei hapjes en kwamen helemaal rozig bij de kinderen terug, die net uit bed waren en toe waren aan een ontbijtje!

Een paar dagen later gingen we naar Blanche en Léon, om 4 uur voor het 'goûter', want Blanche had ons al tijdens de dorpsmaaltijd beloofd dat ze een bosbessentaart voor ons zou bakken. Hij was overheerlijk, even lauw gemaakt in de oven van het houtfornuis, dat in de woonkeuken het centrale punt van het huis is.Toen we terug naar huis gingen, gaf Blanche ons een extra taart mee voor de kinderen, omdat die niet mee waren gekomen vanwege de taalproblemen.

Een dag later gingen we weer terug naar Nederland, heel voorzichtig over de D 989, want er lag al een dik pak sneeuw en er was die nacht nog meer gevallen. En in Frankrijk strooien ze die onbelangrijke wegen niet op vrije dagen! In België gelukkig wel.

In de week van oud en nieuw hadden we niets aan het huis gedaan, dus dat werd weer hoog tijd! De gang werd aangepakt, om de voordeur maakte Lex brede houten afwerkranden, er kwam isolatie en placo aan de kant van de stal en oude houten balken boven de deur naar de stal en de voordeur. Ik grondde en schilderde de deur van het bloemenkamertje aan twee kanten, en de deur van de meterkast en plakte er behang op. Lex deed de deur naar de stal. We behangden de gang met een zonnig geel behangetje. Lex monteerde zelfs een deurbel! Lex tegelde, voegde, zaagde, verfde en monteerde de plinten. De kapstok werd een keertje extra gebeitst en kwam weer op de staldeur, met één laag haakje voor onze toekomstige kleindochter ‘Truusje’. We plakten latjes op de badkamerdeur, Lex schilderde hem nog een keer en plakte behang tussen de latjes. Zo paste hij beter in het ‘ouderwetse’ beeld van de gang. We kochten een kaart van de streek en een lijst en hingen die op. De gang was klaar en daarmee de hele benedenverdieping! Champagne!

De gang zoals hij wasDe nieuwe gang

Het 'gat van Bouillot'Monsieur Bouillot had tijdens onze afwezigheid het gat voor de deur naar de hooizolder gemaakt, prachtig gedaan, weer met de oude stenen gemetseld en houten balken als steun bovenin. Jean-Baptiste had hem, zo hoorden we, bij deze bezigheden gezelschap gehouden. Gewapend met vele flessen bier, vermoedden wij. Die deuropening met deur kostten een boel geld en ik had besloten dat mijn salaris van een kwartaal lesgeven aan de Volksuniversiteit daaraan besteed zou worden. De lesavonden vertrok ik dan ook met de kreet: 'ik ga het gat verdienen'.

Het was prachtig weer, dus Lex maaide het gras aan de zijkant en bij het terras. Ik plantte weer vele meegebrachte plantjes in de perken. We leenden de débroussailleuse van Jean-Baptiste en maaiden tot ruim voorbij de notenboom. Alle ijzerdraad, stenen en andere gevaarlijke obstakels werden zo veel mogelijk verwijderd, want ‘dat was gevaarlijk voor Truusje’. De kleine schat was nog niet eens geboren!

 

Voor onze verjaar-, vader- en moederdagen hadden we bedacht dat we van de kinderen, familie en van elkaar graag een schotelantenne wilden hebben om de Nederlandse televisie te kunnen ontvangen. En omdat we er dan alvast de hele zomer plezier van konden hebben, was ik hem ruim van te voren (in april!) alvast maar gaan kopen. Volgens de Almeerse verkoper, een vriendelijke Marokkaan die Mohammed heette, was het een fluitje van en cent. ‘U richt hem op het oosten en dan een klein beetje naar links’ riep hij opgewekt in het Frans, want ik sprak op zijn verzoek Frans met hem, dat had hij geleerd op het HBO in Amsterdam. Wij dus naar buiten met de schotel in de workmate geklemd, urenlang draaide Lex dat ding heen en weer, maar geen beeld. Bouillot en Jean-Baptiste kwamen langs, ze dachten dat de doppen van de ontvangers er misschien af moesten en gluurden ‘onopvallend’ (en roepend: buurvrouw, u kunt zich weer aankleden hoor) met de verrekijker naar de schotel van Marguerite. De doppen zaten er op. Ze verklaarden dat ze er ook eigenlijk helemaal geen verstand van hadden en daar dronken we een pilsje op. De volgende dag Mohammed dus maar gebeld, ook al, omdat bij alle buren de schotel naar het zuiden gericht stond. Maar Mohammed was er van overtuigd: ‘richten naar het oosten, beetje naar links en 30° omhoog, dan komt het goed.’ Wij weer proberen, weer niks. Toen dus maar de meneer van de televisiewinkel in Monthermé gevraagd te komen, die hem aan de voorgevel bevestigde, naar het zuiden draaide, richtte met een speciaal machientje… en we hadden schitterend beeld!
Mohammed met zijn ‘naar het oosten’! Mekka, dat ligt in het oosten! En de drie wijzen, die kwamen er ook vandaan. Maar de televisie, die komt uit het zuiden!Satelliet

 

Pas de Problème
Powered by CMSimple