17. Plannen voor een appartement Lex, die aan de toekomst dacht, had verzonnen dat we op de hooizolder een appartementje konden maken om te verhuren. We vroegen dus aan Marc Bouillot of hij een keertje langs kon komen, zodat we onze plannen aan hem voor konden leggen. Want plannen maken was leuk en aardig, maar er moest ook nog iemand zijn die ze uit zou voeren en daar was hij de geschikte persoon voor! Marc kwam en we vertelden wat we bedacht hadden. Hij bekeek de tekeningen die ik, na ze honderd keer veranderd te hebben, gemaakt had. Hij vond het wel wat. We wilden de vloer van de stal egaal hebben, want daar brak je je nek op, we wilden een nieuwe vloer op de hooizolder en een plafond daar weer boven. Een woonkamer aan de voorkant, een badkamer tegen de binnenmuur aan, naast het gat van Bouillot en de keuken ernaast, omdat daar de leidingen liepen, aan de andere kant van de binnenmuur. Twee slaapkamers op het plafond van de keuken beneden.
We wilden graag de eiken balken van de stal hergebruiken, maar daar zaten heel wat haken en ogen aan. Ze eruit halen en weer in zetten zou duurder worden dan een hele betonvloer storten. Ze waren loodzwaar en Marc vond het een groot probleem. Hij merkte snugger op, dat het in dit geval eens niet ‘Pas de problème!’ was, welke kreet we toch aan hem te danken hadden! Hij zou erover denken. Ook over het behouden van een paar balken in de stal, want Lex betreurde het zeer dat het sfeertje van de stal helemaal verloren zou gaan: stenen eruit, balken eruit, dan werd het enkel beton... De vooruitgang is niet altijd tegen te houden, maar heeft niet alleen goede kanten... Er zouden ook ramen moeten worden gehakt, maar we wilden liever geen rode baksteen eromheen, net als bij het badkamerraam, want dat vonden we niet mooi. Marc verzon dat hij betonblokken kon gieten die net zo groot waren als de peperdure ‘pierres de Givet (één raamomlijsting van die steen kostte al ruim € 1.500). Beton in dezelfde kleur, dat was een goed plan! Marc had nog veel meer goede ideeën, hij leefde zich helemaal uit: een open haardje, een vide boven de woonkamer, waar nog een paar slaapkamers op uitkwamen, Velux- ramen in het dak... Ja, lieve Marc, goed bedacht, maar zo veel geld konden we echt niet lenen! Marc beloofde een offerte te maken, dan konden we altijd nog strepen. De zaterdag erop kwam hij nog een keertje langs, met nieuwe suggesties en een fles champagne voor het apéro. Die dronken we buiten in het zonnetje op.
Omdat Lex erg opzag tegen de loodgieterwerkzaamheden, vroegen we Massin of hij dat voor zijn rekening wilde nemen. In de poezenkamer moesten tenslotte ook nog een badkamer en een WC komen, en dan straks ook een badkamer en een keuken in het appartement, met aan- en afvoeren alom en gaten in het plafond en in het dak voor een mechanische ventilatie... Massin lachte vriendelijk en beloofde hulp. Marc kon toch pas na november beginnen en dan had Francis zijn huis, feestzaal en opslagruimte wel klaar. In september hadden we nog een weekje ‘vakantie’. Het gras moest natuurlijk weer worden gemaaid en het onkruid had weer flink de kop op gestoken. We hadden een prachtige nazomer en besloten daar flink van de profiteren. Binnen werken konden we in de winter nog genoeg!
Lex bereidde de installatie van twee lantarenpaaltjes voor, die achterin de tuin bij de vijver moesten komen. Hij had die lantarens twee jaar geleden voor vaderdag van de kinderen gekregen, gelijk met de 4 lantarens die hij al rondom het terras had geplaatst. Er moest 100 meter 4-aderige kabel ( zo weten ze altijd wel een leuk klus- cadeau te bedenken!) door de regenpijp en de greppel naar de vijver. Lex probeerde het met een trekveer, hij stopte hem bij het huis in de regenpijp...en niets! Met geen mogelijkheid kregen we hem door de regenpijp heen, die toch een diameter van 10 cm had! Maar Lex was niet voor één gat te vangen, hij bond een kurk aan een draadje, sloot de tuinslang aan in de kelder (want Igor was nog steeds niet geweest om de buitenkraan aan te sluiten) en ‘spoelde’ de kurk door de pijp! Perfect! Toen de kabel er aan en trekken maar. De kabel werd door de greppel gelegd en we sjouwden de vangrails er op. Zo was de kabel goed beschermd. Lex trok laarzen aan, ging in het water staan en groef de kabel bij de vijver in, monteerde een lantaren, groef de kabel in naar de andere plek, aan de andere kant van de brug en monteerde daar de tweede lantaren. Ik stond met de camera in de aanslag te hopen dat hij achteruit het water in zou tuimelen, maar helaas! Als voetstuk nam hij grote stukken platte leisteen, waar natuurlijk gaten voor de bevestiging in moesten worden geboord. Na een dag regen werd de elektra aangepakt en die avond brandden de lichtjes achterin de tuin!
De walnotenboom was in die twee jaar, sinds ik hem van Lex voor mijn 52e verjaardag had gekregen, al behoorlijk gegroeid. Ik had een walnotenboom gevraagd, omdat het krijgen ervan geluk schijnt te brengen, omdat ze muggen afschrikken en omdat ik in alle Franse streekromans steeds las over die bomen, waarvan de noten dan tijdens gezellige avondjes, ‘veillées’ gepeld werden. Zo’n boom plant je niet voor jezelf, ze groeien langzaam en het duurt jaren voor ze vruchten dragen. Je plant hem voor je kinderen, en dat vond ik een mooie gedachte. We hadden hem precies midden in de tuin gezet, 15 meter van de zijkanten en 25 meter van het huis en van de achterkant van de tuin. Eerst waren we van plan geweest om de tuin maar tot de notenboom te ‘civiliseren’ en het achterste gedeelte verwilderd te laten, maar toen Marc en Jean-Baptiste de kikkervijver gegraven hadden en de grond rondom de vijver daarmee opgehoogd was en de middelste greppel was dichtgegooid, besloten we om toch te proberen de hele tuin onder handen te nemen. Dat was inmiddels aardig gelukt, het voorheen hobbelige, drassige terrein vol distels, brandnetels en alles overwoekerende bramen begon verdacht veel op een echt grasveld te lijken! 
Monsieur Gérard had ons verteld dat hij elke avond een moedervos met twee kleintjes in zijn tuin had, zo tegen tienen, als het donker werd. Wij gingen die avond dus steeds kijken, maar we zagen niets. De volgende dag werd ik wakker en keek richting Gérards tuin..... de hele tuin was omgeploegd! Die nacht waren er geen vossen op bezoek geweest, maar wilde zwijnen! Wat een ravage maken die beesten... Arme Monsieur Gérard... hij was de hele middag met zijn vriendin bezig om de plaggen weer goed te leggen, maar er zou nog heel wat aan te pas moeten komen om zijn Engelse gazonnetje weer net zo mooi te krijgen als het geweest was... De dag daarna zag ik om 7 uur ’s-ochtends wel een vos in ònze tuin. Ik maakte gauw een foto en zette die als bureaublad op Lex’ laptop. Dat was een verrassing toen hij wakker werd! Hij wilde het grote evenement van de vos in de tuin ook vertellen toen hij die middag een afspraak bij de kapper had en stortte zich enthousiast in de Franse volzin: ‘ce matin, Janny a vu un canard dans notre jardin!’ ‘Un canard’, dat is een eend. Een vos is ‘un renard’. Hij was al zo verbaasd dat de kapster zo lauw reageerde... Ze moet wel gedacht hebben: ‘die Hollanders zijn al gauw tevreden!’
Op beestengebied beleefden we ook heel wat met de muizen, we hadden er twee keer ’s-nachts één op de zoldertrap en jeetje, wat maakten die kleine beestjes een lawaai, zo veel dat we slaapdronken tegen elkaar mompelden ‘er zit weer een olifant op de trap’. We vonden her en der ook dode muizen, het gif werkte blijkbaar prima. Maar we waren wel bang dat die muizenlijken voor een enorme vliegenoverlast zouden zorgen als we weer naar huis waren en ze dus niet meteen op konden ruimen. Toen ik met de vervanger van Patricia J-B’s huis ging bekijken, om foto’s te maken voor een kennis, die een huis zocht in de Ardennen, lag het daar ook vol dode muizen en het stikte er werkelijk van de vliegen. Een raam in de slaapkamer zag letterlijk zwart van een dikke laag vliegen. Zo veel had ik er nog nooit bij elkaar gezien, de laag was, echt waar, een paar centimeter dik. Brrr... Op 25 september 2000 hadden we ons huis gekocht, dus op 25 september 2005 was het 5 jaar onze ‘propriété’. Ik liet voor Lex een T-shirt maken met een foto van het huis erop en de tekst: Lex, depuis 5 ans Duc des Woieries’ Dat vond hij wel mooi!
In oktober ging Lex een paar dagen eerder naar Frankrijk dan ik, omdat ik nog 2 avonden les moest geven. Ik kwam later met de trein naar Dinant, waar hij me ophaalde. Lex had de tuin toen al helemaal gemaaid, met de nieuwe messen die hij aan de tractor gemonteerd had, ging het inderdaad stukken beter! We verplaatsten de dennenbomen uit het opkweek- perk naar rondom de composthoop, waar ze een heg moeten gaan vormen die dat rommelige hoekje aan het oog moet onttrekken. De pioenrozen uit de perken voor het huis verplaatsten we naar het nu lege dennenbomen- perk.
Behalve het werk in de tuin deed Lex deze vakantie niet veel, want in een onbewaakt ogenblik zaagde hij in zijn duim met de cirkelzaag. Het was behoorlijk diep. Na een eerste inspectie en een drukverband rende ik naar buurvrouw Marianne om te vragen waar je in zo’n geval op zondag heen moest. Naar Manchester, het ziekenhuis in Charleville-Mézières. Daar werd Lex’ duim weer netjes aan elkaar genaaid. De verpleegster, die van mij gehoord had dat Lex best wel Frans begreep, als er maar langzaam gepraat werd, voerde een heel toneelstuk op met welsprekende gebaren: wijzen naar duim, naaibewegingen maken enzovoort, dit vergezeld van een zeer luid, super- langzaam Frans! Door zijn zere duim moest Lex de rest van deze vakantie echt vakantie houden! Wat een pech nu toch voor hem: videootjes kijken, puzzeltjes oplossen, boekjes lezen...heel naar! Een paar maanden later kregen we de rekening voor deze spoedeisende hulp in het ziekenhuis. Twee verpleegsters, een dokter, gebruik van een wachtkamer, waar Lex op de brancard had gelegen, gebruik van het ‘hecht- kamertje’, een antiseptisch badje, verdoving, hechtdraad, verband... en dat alles voor € 51,32 !!! En dan zijn er nog mensen die zeggen dat Frankrijk zo’n duur land is! Ik zorgde ervoor dat we aangesloten werden op het Internet. Ik had in Nederland al voorwerk gedaan, Juri en Kees, een cursist, hadden me geholpen. Alles liep perfect, ik had alles on-line ingevuld bij Wanadoo... en toen viel de telefoonlijn even weg en moest ik helemaal opnieuw beginnen. Van de zenuwen tikte ik toen bij het adresregeltje, in plaats van ‘Pas de Problème’ ‘Pas de Oroblème’ in en het lukte me niet meer om dat goed te krijgen. Juri loste dat gelukkig in no-time op toen hij in december met ons mee ging. Lex maakte een telefoon- stopcontact bij de tafel waar de laptop altijd staat en zo waren we ook in Woieries verbonden met het WorldWideWeb. Vlak na de Kerst gingen Igor, Saripa en Aeryn naar Frankrijk, waar een dik pak sneeuw lag. Wij kwamen een dag later. Sacha, Stella, Juri en ik waren ’s-middags in Utrecht naar de film geweest en waren daarna met de sneltram naar Nieuwegein gegaan, waar Lex ons na zijn werk bij de tramhalte oppikte. We hadden een voorspoedige reis en waren om negen uur al in Woieries. ‘Fijn, dan kunnen we nog even een avondje rustig zitten’ dachten we. Dat liep even anders...
Het eerste wat ik zei toen ik het huis binnenkwam was: ’het stinkt hier’. Niet echt aardig, maar wel waar! We ontdekten niet meteen waar die lucht vandaan kwam, maar toen Lex iets op de schoorsteenmantel legde, kwamen we er achter. De schoorsteenmantel was gloeiend heet! De kachel werd uitgemaakt met de tuinslang, die in de kelder was aangesloten. Kacheltje naar de stal gesleept, Igor en Lex braken de schoorsteenmantel af en blusten, Saripa dweilde het zwarte roetwater weg. Kleine Aeryn wilde ook graag helpen (‘poetse-poetse-poetse’), maar dat was niet echt een goed plan, met die vieze, vette roet.
Het bleek, dat in de schoorsteenmantel eiken balken zaten. Die waren totaal verkoold en de binnenkant van de ombouw ook. Het had nog heel wat slechter af kunnen lopen... We begrepen nu ook waarom opaatje zijn schoorsteenpijp hoog in de schoorsteen had geplaatst! Wij hadden altijd gedacht dat het was om meer warmte van die pijp te krijgen, maar waarschijnlijk had opa ook al schoorsteenmantel- brand gehad!
Marc Bouillot kwam, om de laatste besprekingen voor het appartement te voeren en maakte meteen een offerte voor de reparatie van de schoorsteen. Die stuurden we, op zijn advies, naar de verzekering en een paar dagen later al kregen we het groene licht: het mocht gerepareerd worden. Die klus kon hij meteen meenemen als hij eind januari, na zijn vakantie in Canada, begon met de werkzaamheden voor het appartement. 
Verder hadden we heerlijke dagen met alle kinderen en het kleinkind. Ik had nachten wakker gelegen uit angst dat Aeryn, die pas 16 maanden was, van het trapje tussen de kamer en de keuken zou vallen, maar daar had ze een goede methode voor ontdekt: bij het trapje plofte ze op haar buik, voetjes naar achteren en rommeldebommel naar beneden! Ik deelde weer oliebollen uit in het dorp, Aeryn ging mee en werd alom bewonderd....daarom had ik haar ook meegenomen, natuurlijk! Je bent een trotse oma of je bent het niet, toch? 
Marc en Diana, vrienden van Igor en Saripa, hadden een ander huis gekocht in Lelystad en kregen daar een nieuwe keuken. De oude keuken vonden ze niet mooi: donker eiken. Wij vonden dat natuurlijk schitterend voor het appartement, het probleem was alleen: hoe kregen we die keuken het laatste weekend van onze vakantie in Frankrijk? Lex bedacht dat we dan maar een paar dagen eerder terug moesten gaan, jammer van de vakantie, maar die keuken konden we ons niet laten ontgaan. Lex’ broer Hans bracht uitkomst: hij had vakantie en zou ons helpen. Hij sloopte, samen met Igor, die vlak na oud- en nieuw al naar huis was gegaan, de keuken uit het huis in Lelystad. Dat was een heel werk, want de keuken stond nog helemaal vol met spullen, zelfs de vaatwasser en de koelkast waren nog vol! Ze laadden het geheel op een grote overdekte aanhanger van de politie en namen ook nog spullen uit Almere mee. In Woieries werd alles uitgeladen, ze bleven een nachtje slapen en de volgende dag gingen ze weer terug. Fantastisch! Zo hadden we een keuken, inclusief koelkast en vaatwasser. De gasbranders en de oven waren in Lelystad achtergebleven, daar hadden we toch niets aan, maar Lex had van een klant op de zaak een keramische plaat en een elektrische oven gekregen die daar prima dienst zouden doen. Wat een boffers zijn we toch!
|