15. Slaapkamer klaar

Kleine schoentjesWe vierden heel gezellig oud en nieuw 2004 – 2005 in het huis, met alle kinderen behalve Stella, die met haar baas op wintersport ging en jammer genoeg geen extra vrije dagen kon krijgen. Aeryn sliep nog in haar kinderwagen en niet in haar bedje, maar haar jasje hing wèl aan haar eigen kapstokje! En haar piepkleine stoffen schoentjes stonden er onder. Naast de roeiboten van Sacha. Wat een verschil...

Na het weekend vertrokken de kinderen, alleen Juri bleef bij ons. Hij programmeerde de satelliet en gooide alle onzin- zenders eraf. En hij hielp Lex met het sjouwen en vastschroeven van gipsplaten. Links van het raam, de muur naar de hooizolder en de gangmuur aan de slaapkamerkant kwamen klaar. Monsieur Massin had de radiator aangesloten toen we er niet waren. Sacha en Juri hadden het dus niet zo koud gehad als het jaar Juri helpt gipsplaten sjouwendaarvoor, toen ze in de caravan sliepen en Sacha op een ochtend de kamer binnenkwam met een zielig gezicht en de kreet 'mijn neusje is bevroren, mijn oortjes zijn bevroren en mijn staartje is bevroren' wat hij had onthouden van een bandje van de 101 Dalmatiërs, dat ze vroeger grijs hadden gedraaid. De slaapkamer was evenwel nog verre van af: er zat niet eens een muur in naar de gang. Wat weer als voordeel had, dat de warmte van beneden ook voor een behaaglijke slaapkamertemperatuur zorgde.

In februari gingen we weer. Het was buiten ijzig koud... en binnen ook! De verwarming deed het niet. De pomp was stuk, constateerde Monsieur Massin, die gelukkig dezelfde avond nog kwam. Hij monteerde een andere pomp en we warmden langzaam weer op! De hele dag had de houtkachel gebrand, èn de gaskachel, èn een elektrisch kacheltje. Maar het werd toch niet warmer dan 13°. En dat is best koud!

De satelliet deed het ook al niet, we kregen geen Nederlandse zenders. Gelukkig wel radio. Mohammed gebeld, die iets riep over andere software die er in zou moeten. De schotel- meneer uit Monthermé kon er ook geen chocola van maken. Thuis in Nederland hebben we toen maar een kaart met abonnement gekocht, dan zouden we dat gezeur nooit meer hebben. Hoopten we.

SneeuwEr viel een dik pak sneeuw en ik besloot, na het boodschappen doen, eens kennis te gaan maken met de Nederlanders uit Hauts-Buttés. Auto aan de kant van de weg geparkeerd en gezellig een kopje thee gedronken. Een aardige man, Wouter en twee zoons van 10 en 11: Ward en Mees. Moeder Alice zou pas de volgende dag komen, ze had kanker en was 4 jaar geleden eigenlijk al opgegeven. Ze waren net zo enthousiast over hun huis als wij over dat van ons, zaten er al 7 jaar, 3 jaar langer dan wij, maar ze waren nog lang niet zo ver met verbouwen als wij. Toen ik weer naar huis wilde, bleek de auto vast te zitten in de sneeuw. Wouter groef zijn auto uit en we knoopten de trekkabels aan elkaar. Wouter trok, ik gaf gas... helemaal niets, alleen een akelige verbrande rubberlucht. Toen ben ik maar naar Marie-Claude gewandeld, die een telefoontje pleegde naar de meubelmaker. Die kwam met een auto en drie sterke mannen en het karwei was zo gepiept. Leuke kennismaking met onze Hollandse ‘collègues’ (zoals Marc zei). Blonde buurvrouw vast in de sneeuw! Later in de week kwamen ze bij ons kijken en Alice riep maar steeds : ‘oh, wat is het hier netjes’ en ‘ ach, wat is het hier schoon en mooi en groot!’

Lex maakte de placo van de slaapkamer helemaal af en van de gang de wand naar de slaapkamer en die naar de hooizolder.

Vanwege de sneeuw konden we de Japanse esdoorn, die ik voor het geld had gekocht dat ik voor mijn 25-jarig pedicure- jubileum van de klanten had gekregen, niet in de tuin zetten. We lieten hem dus met angstig hart (want hij was vreselijk duur!) achter in de stal, in een zinken teil met een laagje water en gingen naar huis.

Een maand later kwamen we weer. De eerste droeve plicht was de begrafenis van Jean-Baptiste, die op 22 maart was overleden en op goede vrijdag werd begraven in Hauts-Buttés. Omdat we geen idee hadden wat het gebruik in Frankrijk was, hadden we ons donker en netjes gekleed, wat achteraf helemaal overbodig bleek te zijn. Jean-Baptiste wilde niemand op zijn begrafenis en zijn beste vrienden hadden dan ook moeten beloven niet te komen. Marc Bouillot had ons de avond tevoren nog gebeld om te vertellen dat hij er niet zou zijn. De vrienden hadden van J-B een enveloppe met geld gekregen om met elkaar een gezellige maaltijd in Hargnies te houden, wat ze ook hebben gedaan.

Het was een wonderlijke begrafenis, passend bij de toch bijzondere man die Jean-Baptiste was geweest. De kist stond aan de ingang van het kerkhofje, iedereen liep er langs en strooide een paar bloemetjes uit een mandje dat een begrafenis- meneer vasthield in een mandje dat op de kist stond. Toen iedereen een plekje op het kerkhof had gevonden, werd de kist naar het graf gereden en 4 - uitdrukkelijk niet in het zwarte pak geklede - mannen lieten hem in het betonnen graf zakken. Het mandje bloemen werd erover uitgestrooid, er gingen betonnen platen op en dat was het dan. Iedereen stond wat onwennig te kijken en toen was er gelukkig een meneer, de boswachter Bernard, die nog iets zei :’ Jean-Baptiste, je wilde niemand op je begrafenis, we zijn er toch...salut, Jean-Baptiste’. Dat was het sein voor de aftocht, iedereen ging weg. Wij gingen de bloemen halen die we mee hadden genomen, maar in de auto hadden laten staan. Toen we ze op het graf hadden gezet, de enige bloemen op een pierig Azaleaatje na, zagen we temidden van een groepje mensen J-B’s neef, die we een keer in het ziekenhuis hadden ontmoet. Toen we hem begroet hadden, kwam er een mevrouw naar ons toe, achteraf hoorden we dat ze J-B’s zus Marie-Agnès was, die ons allebei 4 dikke kussen gaf. J-B had haar gevraagd: ‘als je die Hollanders ziet, geef ze dan 4 kussen van me’.
Sacré Jean-Baptiste!

Japanse esdoorn in Willem-AlexanderperkThuis plantten we de Japanse Esdoorn, die het verblijf in de stal prima doorstaan had, in het Willem- Alexander- perk, ter nagedachtenis aan een bijzonder mens en een goede vriend, die we behoorlijk zouden gaan missen...Het was een rare dag, de Mattheus Passion was op TV en ik heb er nog nooit zoveel bij gehuild als toen.

We waren al 2 jaar aan het zeuren om eindelijk een rekening te krijgen van Massin, mondeling, schriftelijk, per e-mail. Hij had erg veel werk gedaan, het aansluiten van alle radiatoren en het werk in de kelder, waar de verwarming op de ketel werd aangesloten met koperen buizen, een keer groot onderhoud aan de ketel, en de vorige keer de kapotte pomp vervangen. Hij had alle koperen en flexibele buizen geleverd. We vreesden een gepeperde rekening, die ons als het zwaard van Damocles boven het hoofd hing. Bij elke grotere uitgave was het: ‘ja, maar, als Massin z’n rekening nu komt, dan hebben we daar geen geld meer voor’.

We drongen dus flink aan en de rekening kwam. Driehonderd vijf en zeventig euro. Belachelijk weinig. Maar ze wilden niet van veranderen horen, zo was het in orde. We maakten dus maar een royaal Hollands pakket en gingen de rekening betalen. Belachelijke rekening? Belachelijke betaling! Het werd geaccepteerd met veel dikke zoenen en de uitnodiging voor een etentje, waarbij ons het hele huis werd getoond en de inhoud van alle kasten, vooral die met drank! We aten verrukkelijke zelfgemaakte verse lasagne en hadden een heel gezellige avond.
Dat zijn nog eens leuke rekeningen!

ZijterrasHet was prachtig weer en Lex maakte een pad van de notenboom naar de brug. Hij kruide alle aarde die Mathieu nog niet verplaatst had aan weerszijden van het pad en ik zaaide er daarna gras op. Lex maakte ook nog een terrasje aan de zijkant van het huis, waar we lekker beschut in de avondzon konden zitten.

 In de slaapkamer boven waren we toe aan plamuren en schuren. Het plamuren was wel te doen, maar het schuren... die arme Lex was net een sneeuwpop. En na één keer plamuren en schuren moest het nog een tweede keer... wat was hij blij dat die snertklus geklaard was! Plafond en muren werden nog in de voorstrijk gezet en tijdens ons volgende verblijf werd het echt leuk, want toen was de afwerking aan de beurt. Lex witte het plafond en we beitsten de halfronde ‘foezel’-latjes bruin. We plakten het ‘bos’ op één van de muren en wit behang op de andere. De uit Nederland meegenomen groene ‘mos’ –vloerbedekking werd gelegd. De kasten van Berts moeder, die ik nog helemaal niet had gezien, bleken een Pastoe kastenwand te zijn van 3 meter breed, die qua hoogte maar nèt in de kamer paste. Alles was vreselijk stoffig en vuil, maar met een paar emmers sop en een fles Cif leek het als nieuw! Lex zette de kast in elkaar, loodzwaar en solide, met een heleboel planken en 4 gigantische laden, super! De bedden en nachtkastjes werden gesopt en neergezet, de kaaskast van Jos en Ria kwam in de hoek met de TV er op en de hutkoffer van Opa van Aken werd anti- muizen- dekenkist. Het Salamander- kacheltje van pedicureklant Annie zetten we voor de sier onder de schoorsteenmantel. Lex hing de gordijnroede op en ik ging op zoek naar ‘iets’ om er tijdelijk aan te hangen. Wat een vreugde toen ik in een zak op zolder de perfecte kleur gordijnen vond! Drie van de zeven banen werden gewassen, gestreken, korter gemaakt en opgehangen.

Behangen  -  boskamer klaar

Als finishing touch zocht Lex een takje, plakte er een bij de Champion gekocht veren vogeltje op en stak het takje in de fotowand.

De boskamer was klaar en we konden er in slapen. Lex was niet te houden en ging avonden lang vroeg naar bed om een DVD-tje te kijken... en te genieten van de prachtige kamer!

 

Pas de Problème
Powered by CMSimple