28. De trap, de gang en de poezenkamer Toen de badkamer en de WC klaar waren, ging Lex verder met de trap en de gang. Hij maakte een sierbalk om de smalle balk in de gang en ook boven de WC-deur en de deur naar de poezenkamer kwamen houten balken. Lex schuurde en plamuurde de houten wand van de trap, zette hem in de grondverf en lakte hem af met de gele radiatorverf waar we een groot blik van hadden gekocht voor het appartement , maar achteraf hadden we haast geen radiatorverf nodig, omdat Massin de oude lekkende radiator in de kamer had vervangen door twee gloednieuwe. De zijkanten van de traptreden werden ook geel. Daarna behangde hij de andere muur van de trap en de gang. Hij deed twee dagen over het schuren van de twee balken in de poezenkamer. De roze verf die erop zat liet zich zeer slecht verwijderen en het kostte veel schuurpapier en zweetdruppels. Hij zette de balken in de beits en begon aan de rails voor de placo. Het was een prachtige, zonnige zomer, dus er moest ook weer gemaaid worden. Dat was zo’n beetje de enige tijd dat hij buiten kwam, hij was gekomen om te werken en dat deed hij dan ook ! Toen hij na twee weken weer thuis was, bestelden we vloerbedekking- tegels voor de gang en de poezenkamer, kochten behang en gordijnstof voor de poezenkamer en vloerbedekking voor de trap. Ik had eerst Marc gebeld, of hij de trap op wilde meten, zodat we niet te veel of te weinig zouden kopen. Ik kreeg van Lex een tweezits tuinbankje, alvast voor mijn verjaardag. Het bankje, de tegels, een op Marktplaats gekochte elektrische radiator (alvast voor een zolderkamer), alles ging in de auto en hop...begin september weer voor 2 weken naar Frankrijk. We kwamen op vrijdagmiddag aan en Claude was het gras aan het maaien. Dat viel nog niet mee, want het gras was behoorlijk nat en het begon ook nog flink te regenen. Hij beloofde de heg nog een keer te snoeien voor de winter en vertrok, drijfnat.
Lex begon met de vloerbedekking van de gang, ik maakte de badkamer en de WC schoon en bracht alle badkamerspullen en de spullen van de EHBO- annex medicijnenkist naar de nieuwe badkamer. Lex sloot de mechanische ventilatie aan en toen konden we de nieuwe douche echt gebruiken. Rudy moest nog wel een pijpje op het dak maken, nu blies de ventilatie de lucht nog de zolder op, waar het ineens erg lekker ging ruiken, vanwege alle luchtverfrissers in de twee badkamers en WC.... We zetten samen de 5 boekenkasten voor de gang in elkaar en ik begon met het naar beneden halen en sorteren van heel erg veel dozen vol video’s en boeken. Alle zelf opgenomen video’s gingen weg en ook alle onzinnige, stinkende, vergeelde, muffe, oninteressante en uit elkaar vallende boeken. De vuilnismannen hadden het er weer behoorlijk druk mee. En ja, Lex verzuchtte voor de zoveelste keer : ’en dat heb ik hier eerst allemaal heen gesleept’.... Lex bekleedde elke dag een paar treden van de trap, de vloerbedekking werd geplakt en een paar uur met lijmklemmen gefixeerd. Het resultaat mocht er zijn, de trap werd prachtig.
Onze buren-van-drie-huizen-verder uit Almere, Yvonne en Joop, kwamen op bezoek, ze waren op vakantie in de Belgische Ardennen. We lunchten gezellig samen en verbaasden ons erover dat we elkaar in Almere haast nooit zagen en nu zo’n leuk contact hadden. Ik was druk in de tuin, er was weer een enorme hoeveelheid onkruid tot grote wasdom gekomen. Lex maaide het gras met het kleine maaimachientje en niet met de tractor, want het maaimachientje geeft een mooier resultaat en dat vond hij de moeite wel waard, omdat het hopelijk de laatste keer maaien was dit jaar. Op een middag vonden we een grote (gelukkig doodgereden) ringslang vlak voor de deur. Brrrr.... Lex haalde de boerderijkamer gedeeltelijk en de leliekamer helemaal leeg, want Yvette zou 12 september haar intrek bij ons nemen. Dat gebeurde ook, haar buffet- en linnenkast, bed en dozen vol spullen werden door Jean gebracht met de aanhangwagen. Lex legde een antennesnoer aan voor haar TV, maar de antenneversterker was stuk, dus dat werkte niet. Gelukkig hadden we nog een kamerantenne, die het wel deed. Er moest voor haar vriezer een geaard stopcontact komen in de boerderijkamer. Yvette zelf was helemaal de weg kwijt, maar lachte toch dapper door haar tranen heen ‘het zal wel moeten’ en ‘ik wen er wel aan’. Het viel ook niet mee, ze had haar hele leven op de boerderij gewoond en was nog nooit verder weggeweest dan Reims, waar ze vroeger een paar keer bij een tante had gelogeerd...
Op een avond heb ik haar geleerd om elektrisch te koken, we kregen prompt een uitnodiging en mochten mee- eten. Ik maakte briefjes voor haar hoe de wasmachine, de oven en de keramische platen werkten. Die eerste week sliep ze alleen bij ons en werd ze ’s-ochtends gehaald door Jean of Ginette om de hele dag op Les Six Chénons door te brengen, waar ze haar kippen, konijnen en moestuin verzorgde. De kippen en konijnen zouden worden ‘opgeruimd’ over een paar weken, daarom had ze waarschijnlijk zo’n grote vriezer nodig...
Lex maakte van een oude eiken plank een schoorsteenmantel voor de poezenkamer. Toen de gang en de trap klaar waren, begon hij met het isoleren van het plafond en daarna gingen de platen gipsplaat er tegenaan.  Lex kwam tot de conclusie dat hij te oud werd voor dat zware werk boven zijn hoofd en we besloten om Marc te vragen of hij de plafonds van de zolder voor zijn rekening wilde nemen. Ik beitste alvast de plinten en verfde alle deuren op de gang : de WC deur, de deur naar de zolder, de deur van de poezenkamer en van de badkamer. Ik verfde ook de deur van de keuken naar de stal, die zag er niet meer uit na al die jaren intensief gebruik. Jean leende ons zijn aanhanger en Lex stapelde daar alle oude stukken placo in op. Het was de bedoeling om die naar de stort te brengen, maar Jean gooide ze in een kuil op zijn terrein en reed er met de tractor een paar keer overheen. Opruimen op z’n Frans... We waren toch erg van het opruimen deze twee weken: de boeken en video’s, de placo en ook het oude ijzer, dat Lex uit alle hoeken en gaten van huis en tuin verzamelde : radiatoren, oliedrums, een verroeste totaal versleten zeis, een kachelplaat, alles werd voor het huis neergezet en zou worden opgehaald. Lex kreeg eikenhouten planken van Jean, die als nepbalken boven het raam van de poezenkamer moesten dienen. We gingen ze laat in de middag ophalen en zouden meteen Yvette mee naar huis nemen. Bij Les Six Chénons liep een groepje van vijf met vervaarlijke rugzakken uitgeruste Hollandse wandelaars, die duidelijk verdwaald waren en de weg vroegen. Ze waren echt een heel eind uit de richting geraakt, die Utrechtse HBO-studenten en aan het eind van hun Latijn en ik beloofde ze met de auto naar hun kamp te brengen. Als zij nou even door het bos naar ons huis liepen, dan reden wij daar met de auto heen, met de planken en Yvette, en dan zouden we van daaruit het transport regelen. Goed plan. Dachten we. Toen ze na een half uur nog steeds niet aangekomen waren - het was een wandelingetje van hooguit een kwartiertje -, ging ik ze eerst lopend en toen met de auto zoeken. Ik had bedacht dat ze misschien de verkeerde kant op waren gelopen (want daar waren ze immers goed in !) en reed dus door het bos naar de Roc la Tour, daarna naar Monthermé en weer terug over de weg. Vlak bij de Auberge was een grote vrachtwagen omgekiept, hij lag in de berm op zijn zijkant en er was een boel politie bij. Thuis aangekomen, meldde Lex dat ze er nog steeds niet waren, dus ik reed door naar Les Six Chénons, waar Jean me vertelde dat ze terug waren gekomen omdat ze - ja hoor - de weg kwijt waren geraakt (hoe is het mogelijk, één recht stuk) en dat hij ze nu de goede weg gewezen had. En inderdaad, het hele spul zat voor het huis uit te puffen. Ik ging met Janneke en Willem en alle bagage op weg naar hun kamp, maar bij Monthermé werden we tegengehouden: de vrachtauto werd weggetakeld en niemand kon erdoor. Dus maar weer terug naar huis, waar Tim, Esmeralda en Khashi lekker met Lex zaten te kletsen. De kampleiding werd gebeld, die beloofde dat ze met een busje opgehaald zouden worden. We aten heel gezellig frietjes en rosbief en het liep al tegen tienen toen ze werden opgehaald. Daarna moesten die arme zielen ook nog hun kamp opslaan in het donker, we hadden wel een beetje medelijden met ze. Later kregen we nog een heel lief mailtje om te bedanken.
De volgende ochtend stond Lex onder de douche toen Igor belde met elektra- vragen over zijn badkamer. ‘Wacht even schat, ik loop met de telefoon naar je vader, die staat te genieten onder de nieuwe douche’. Terwijl de druipnatte Lex dus elektrische uitleg gaf aan Igor, kwam Jean aanrijden met een aanhanger vol hout. Ik rende dus weer naar boven om Lex te vertellen dat hij moest helpen uitladen. Ik was nog niet beneden, of de oud-ijzer-man kwam met een busje om alle verzamelde ijzerwaren op te halen. Ik dus weer naar boven : ‘Lex, de oud-ijzer-man is er nu ook, help je hem inladen als je klaar bent met je gesprek met Igor en het hout hebt helpen uitladen...en als je afgedroogd en aangekleed bent?’ Verder was het een prima dag, Massin kwam (nadat we daar zeker 10x om gevraagd hadden per telefoon, mail en antwoordapparaat) om te horen wat hij voor ons kon doen : radiator in de poezenkamer verhuizen, radiator in de badkamer aansluiten, ketel schoonmaken en een thermostaatkraan in de stal maken. Hij beloofde dit begin oktober te doen. Rudy belde en we bespraken het plaatsen van de Velux- ramen en wanneer het gat in het dak gemaakt moest worden voor het materiaal- transport. Marc kwam langs, we dronken champagne, ik deed zijn voeten en hij zegde toe het plafond op de zolder te maken, wij moesten die materialen dan gelijk met onze eigen bestelling van placo, isolatie, deuren etc. bij Liesch bestellen. Een boel geregel dus, maar alles was ‘in de planning’ en we vertrokken zaterdagochtend vroeg zeer voldaan naar huis om Aeryn’s 5e verjaardag op gepaste wijze te vieren. Lex ging twee weken later weer alleen naar Frankrijk. Yvette begon al een beetje te wennen, ze ging nu per mobylette - die ze stalde bij Marcelle - van en naar Les Six Chênons en was dus minder afhankelijk van haar familie. Ze verwende Lex met soep en appeltaart. Jean nam de balken die boven het raam moesten komen weer mee terug om ze te schuren, want Lex’ bandschuurmachine had de geest gegeven. Even later werden ze keurig geschuurd afgeleverd en kon Lex ze monteren.
Marc kwam langs om op te meten hoeveel materiaal hij nodig zou hebben voor het plafond op zolder. Op verzoek van Lex belde ik Marc op een avond op vanuit Almere, om te vragen of hij de volgende dag, als hij toch langs ons huis reed, een gipsplaat af kon geven, want die kwam Lex te kort. Helaas kon dat niet, hij had nu werk in Bogny en kwam dus niet voorbij ons huis. Nog een probleem was, dat het regende en zijn vrachtwagen heeft een open bak, ‘en dan krijg je gipsplaat- soep’. Ik vroeg naar een datum voor ‘het gat in het dak’, maar hij verzekerde me alleen ‘dat het allemaal goed kwam’ en ‘maak je vooral niet ongerust’. Verder kwam er geen zinnig woord uit.... een uitbundige consumptie van alcoholhoudende dranken was daar, zo te horen, voor een groot gedeelte debet aan... Claude had de heg gesnoeid en de gemeente - oh wonder - had eindelijk het gras naast de weg in het dorp gemaaid, zodat Yvette, Marcelle en andere oude dames niet meer door het kniehoge gras hoefden te sluipen om in het andere gedeelte van het dorp te komen. Een trottoirtje zou nog mooier zijn, maar dat zal er wel nooit komen, les Woieries is voor de gemeente Monthermé een achtergebleven gebied.
Lex werkte weer hard, maakte alle rails klaar en kwam er toen achter dat het raam scheef in de gevel zat en de ramen niet meer open konden. De rails bij de vensterbank moest er dus weer helemaal uit en de loodzware grote plaat leisteen, die we van Jean hadden gekregen en die Lex met veel moeite naar boven had gesleept, moest weer naar beneden, want die was door dat scheve raam veel te dik om als vensterbank te dienen. Hij maakte de placo, niette het hardboard op de vloer, smeerde alle gaten en kieren dicht en schuurde alles netjes glad. Ondanks de gesloten deuren was het hele huis weer wit. Voor de hoeveelste keer ? Ik kan het met geen mogelijkheid zeggen, maar het waren er een heleboel... Massin kwam langs, sloot de radiator in de badkamer aan en verplaatste die in de poezenkamer. Er waren alleen geen ophangsteunen voor die radiator, hij beloofde dat hij die in de winkel van zijn vrouw in Bogny klaar zou leggen. Hij maakte ook de ketel schoon, dat moet elk jaar. Lex moest aardig wat moeite doen om de verwarming weer aan de praat te krijgen, dat lukte uiteindelijk, maar de radiator in de badkamer bleef ijskoud. Ik belde en mailde naar Massin en we hoopten maar dat het voor Kerst in orde zou komen. Zaterdag mocht ik met Igor en Aeryn meerijden naar Frankrijk. Igor kwam een weekje helpen en Saripa ging op haar gemakje (en zonder handenbindertje) thuis in Almere de boel schoonmaken en opruimen na de verbouwing van hun badkamer. Igor en Lex gingen aan het werk en ik zorgde hoofdzakelijk voor het handenbindertje ! We speelden eindeloos winkeltje, ik las alle boeken wel 10x voor en we gingen luid zingend van ‘3x3=9, ieder zingt zijn eigen lied’ allerlei boodschappen doen. Ze had dikke pret als we naar Revin of Willerzie door een ‘bobbelbos’ (vanwege de slechte weg) moesten.
Lex en ik behangden, het oranje behang stond erg leuk en zonnig. Igor maakte afwerk-latjes langs de plafondbalken en verfde alle randjes. Lex maakte de plinten pas en Igor legde de vloerbedekking- tegels, nadat Lex, die daarmee begonnen was, in zijn duim had gesneden. Igor sneed ook in zijn duim, maar gelukkig niet zo diep. Aeryn en ik haalden in Bogny de ophangsteunen voor de radiator en Lex hing de radiator op.
De meubels werden van zolder gehaald en schoongemaakt. De computer ging naar boven, in de kast die we van Marcel en Monique hadden gekregen. Schilderijtjes werden opgehangen, het poezendekbed, dat ik al zeker 5 jaar geleden hiervoor had gekocht, stond beeldig ! Lex maakte een houten vensterbank en een dikke plank als bodem van de vaste kast. De deurtjes die in die kast moeten komen, die vroeger in de boekenkast in de kamer hadden gezeten en die we goed hadden bewaard, moesten nog opgeknapt worden, dat was nog een heleboel werk met al die kleine ruitjes. Ik streek de in Almere genaaide gordijnen en hing ze op.
Ik bestelde ’s-ochtends vroeg stookolie en de tankauto stond een kwartier later al voor de deur. ‘Ik was toch net in de buurt’ zei de olieboer. Er ging 1200 liter olie bij, zo zullen Yvette en wij het deze winter niet koud hebben. Igor maaide een gedeelte van de tuin met de tractor, die prompt voor de zoveelste keer de geest gaf, en daarna deed hij nog een stuk met de maaier. Lex en Igor zaagden en kliefden een hele stapel hout voor de winter, de garage zag er daarna een stuk opgeruimder uit !
Igor en Aeryn gingen vrijdag weer naar huis. Wat was het toen akelig stil... geen ‘doe nou potjandorie je toffeltjes aan, je krijgt koude voetjes’, geen ‘oma, mag ik iets te knabbelen’, geen ‘dag mevrouw, ik wil graag twee bordjes kopen en vier bekertjes en een bak patat, een gebakken ei en een burgerham, en een konijn, een koe, een papa-, mama- en kindjespaard, want anders is het zielig en een poes’. En geen liefdevol: ’hé, senile old hag (seniele oude heks), heb je nou nog steeds die gordijnen niet gestreken?’ Stil. Vrijdag de 23e was Yvette jarig, ze werd 80 jaar. Dat zou ze zaterdag vieren met de hele familie op les Six Chênons, ze vierden dan 5 verjaardagen tegelijk, en die vrijdagmiddag was ze dozen aan het uitpakken toen Lex en ik naar boven gingen met een pot anemonen-bollen voor het voorjaar, een grote cyclaam voor nu, twee flessen wijn met eigen etiket ‘Yvette DOUDOUX 80 ans’ en een zelfgemaakte kaart. Ze was er ondersteboven van en zou een lijstje zoeken om de kaart in te doen, zo prachtig vond ze hem. Ze hield niet op ons te knuffelen. Ach, die lieverd, ze is niet erg veel verwennerij gewend... Later kwam ze met weckpotten boontjes en bietjes en een zak vol kastanjes en beukennootjes voor Aeryn, die van ons het bos niet in mocht om de door Saripa verlangde benodigdheden voor een herfststukje te zoeken. In de herfst en winter is het veel te gevaarlijk in het bos, vanwege de jacht. Ze had ook 3 hazelnoten gevonden en legde ons uit wat dat voor dingen waren, niet wetende dat we in Almere 2 grote bakken hazelnoten geraapt hadden in onze eigen tuin ! Toen we zondag naar huis moesten en Yvette gedag gingen zeggen, had ze alweer tranen in haar ogen. Tot de Kerst was ze nu helemaal alleen in ons huis.
|